Waarom ‘falen’ vrouwen om zich voort te planten? Misschien is het tijd om het hen zelf te vragen


Geschreven door Rhiannon Lucy Cosslett (columniste van The Guardian). Voor het oorspronkelijke Engelstalige artikel de dato dinsdag 21 Dec 2021: zie https://www.theguardian.com/commentisfree/2021/dec/21/women-birthrates-failing-reproduce-economic-panic. Met dank aan Jan-Pieter Everaerts (De Groene Belg) voor de vertaling.

Economische paniek over lage geboortecijfers overstemt de stemmen van degenen die er het meest toe doen in dit debat: de vrouwen.

Geboortecijfers dalen in het Westen. Dat doen ze al langer, maar de recente dalingen lijken te worden versterkt door de pandemie. Ik volg de discussie al jaren, geamuseerd over de discrepantie tussen de statistieken en mijn ervaring (op een gegeven moment in 2020 leek bijna iedereen die ik kende zwanger te zijn of voor een pasgeborene te zorgen, mijn leeftijdsgenoten hadden het stadium van “shit or get off the pot” bereikt in hun reproductieve biologie), maar ook geïrriteerd door de toon van de berichtgeving.

Steeds wanneer ik iets lees over dalende geboortecijfers, wordt dat gebracht door een (meestal mannelijke) econoom of politicus die het meteen heeft over de catastrofale economische effecten van een ‘babytekort’. Alsof baby’s een ‘grondstof’ zijn, wat ze voor sommigen natuurlijk ook zijn.

Ik ben een intense hekel aan deze mannen gaan krijgen. Ze geven me het gevoel dat ik een fokmerrie ben die zich moet voortplanten voor het welzijn van de natie. Het laatste rapport over dalende geboortecijfers komt uit Italië, waar het is gedaald tot het laagste niveau sinds 1861. Een artikel over de studie in de Times citeert twee mannen (waarvan één het heeft over arbeidstekorten en huizenprijzen). Vrouwen worden niet aan het woord gelaten, tenzij passief.

Ironisch genoeg is het Mussolini’s “strijd om geboorten die in me opkomt als ik deze artikelen lees, die allemaal doordrenkt lijken van dezelfde notie van plicht, zelfs als ze er niet expliciet over handelen. In het fascistische Italië kregen vrouwen te horen dat ze de plicht hadden zich voort te planten. ‘Onproductieve’ of onvruchtbare vrouwen werden uit hun betrekking ontslagen terwijl mannen met meer dan zes kinderen, vrijgesteld werden van het betalen van belasting. De meest productieve moeders kregen prijzen in een jaarlijkse ceremonie. Abortus werd verboden. Anticonceptie was beperkt. Ook vrijgezellen en homo’s werden gestraft en gedemoniseerd. Als beleid werd het echter een epische mislukking.

Ik zeg dit alleen maar omdat het belangrijk is om je geschiedenis te kennen wanneer je in naar deze discussies intreedt. Als je een vrouw bent, kunnen de steeds terugkerende opmerkingen over het belang van kinderen krijgen – hoe subtiel soms ook – alarmbellen doen afgaan. En met een goede reden: hoewel de heerschappij van Donald Trump is afgelopen, is het onwaarschijnlijk dat vrouwen de dolle sprong voor spiraaltjes zullen vergeten in de nasleep van zijn verkiezing. Het recht van Amerikaanse vrouwen op een veilige en legale abortus wordt op het hoogste niveau aangevochten. Poolse vrouwen zijn de hunne al kwijtgeraakt. Naarmate de economische paniek over het geboortecijfer voortduurt, valt te vrezen dat de reproductieve autonomie van vrouwen weer in gevaar komt. De mannen praten al over ons, alsof we er niet bij zijn.

Demonisering van ‘geboortestakers’ zal onvermijdelijk volgen. Zoals Sophie McBain heeft betoogd, krijgt de jeugd die zich zorgen maakt over de klimaatcrisis, het verwijt dat ze schuldig is aan de dalende vruchtbaarheid. “Als overbezorgde jonge mensen maar zouden stoppen met zich te fixeren op stijgende wereldwijde temperaturen en zich in plaats daarvan zouden concentreren op het produceren van toekomstige belastingbetalers.” McBain verwijst naar een Spectator-coververhaal uit oktober dat “baby doomers” de schuld gaf van “het plaatsen van de planeet vóór het ouderschap“.

Hoewel de klimaatnoodtoestand ongetwijfeld een factor is in de beslissing van sommige mensen over het al dan niet krijgen van een kind, heeft het de neiging om discussie over andere relevante barrières uit te sluiten: een schrijnend gebrek aan betaalbare kinderopvang en betaalbare huisvesting, de moederschapsboete die in je carrière wordt betaald, de pathetische – beschamend zielige – hoeveelheid vaderschapsverlof die in veel westerse landen wordt aangeboden, een transactionele dateringseconomie en de voortdurende onevenwichtigheid van de binnenlandse arbeid. Als je de beslissing over een kind krijgen, puur op basis van logica zou nemen, zonder rekening te houden met het diepere, viscerale verlangen dat veel vrouwen ervaren, zou je het gewoon niet doen.

Dat is eigenlijk het probleem. Dat, en het feit dat de contemplatie van het moederschap nooit, met uitzondering van een paar opmerkelijke werken (waaronder Sheila Heti’s roman ‘Motherhood’/’Moederschap’),wordt geframed als een filosofische vraag. Een diepzinnige filosofische vraag, misschien wel een van de meest fundamentele in het leven van een vrouw. Nee, het gaat allemaal om de weerbarstige lichamen van vrouwen en hun falen om hun mond te houden en te doen wat het beste is voor de economie.

Daarom vrees ik voor de vrouwen die zich over deze vragen buigen. Zullen ze steeds meer gedemoniseerd worden door rechts? Nu al worden ze bespot en gebagatelliseerd. Onnozele kleine geprivilegieerde westerse vrouwen met hun onnozele roze hoedjes, piekerend over bosbranden, zich zorgen makend over hun baarmoeders.

Ongetwijfeld zullen sommigen me paranoïde noemen. Ik hoop in ieder geval dat ik het mis heb. Ik heb een boek geschreven dat deels over de moederschapskwestie gaat, en het werk gelezen van Silvia Federici, wiens analyse van de heksenjachten van het middeleeuwse Europa, de heksenvervolgingen plaatst in de context van demografische ineenstorting. Ze waren, schrijft ze, “een poging om anticonceptie te criminaliseren en het vrouwelijk lichaam, de baarmoeder, ten dienste te stellen van de bevolkingsgroei en de productie en accumulatie van arbeidskracht.”

Dit klinkt bekend in de oren. Misschien ligt het aan mij. Maar hoe dan ook, ik heb een hekel aan de parameters van dit debat. Het is tijd dat die mannen die het geboortecijfer in puur economische termen beschouwen, opzij stappen en stoppen met het overstemmen van de stemmen van degenen die er het meest toe doen in dit debat: vrouwen in de vruchtbare leeftijd en de meisjes die het zullen worden. (Het is misschien ook de moeite waard om met een paar mannen te praten over waarom ze ‘hun voeten slepen’.)

“Waarom, oh waarom doen deze vrouwen hun plicht niet?” klagen politici en economen. Wel, vraag het vrouwen zelf. Ze zullen veel te vertellen hebben.