De derde pijler

Wat de twee eerste pijlers van een duurzaam en menswaardig bevolkingsbeleid duidelijk maken is dat streven naar een duurzame bevolkingsgrootte een win-win situatie is. De beste vorm van economische ontwikkeling is om in te zetten op gezinsplanning en om de bevolkingsgroei verder te beperken. Daarvoor moeten we de mensenrechten toepassen. Daarnaast is een kleinere bevolkingsgrootte voordelig voor de duurzaamheid, natuur en levenskwaliteit. Alleen maar voordelen dus. Hoe komt het dan toch dat het bevolkingsvraagstuk te weinig aandacht krijgt? Allerlei weerstanden, misverstanden en taboes zijn daar vaak de oorzaak van. Dat maakt juist dat de nood aan bewustmaking essentieel is naast gezinsplanning, onderwijs, zorg en gendergelijkheid.

Groeiverslaving en de vrees voor vergrijzing

Wellicht de grootste weerstand tegen bevolkingskrimp is de illusie die bestaat rond economische groei. Een economie moet maar zo groot zijn dan haar bevolking nodig heeft, maar tegenwoordig is groei op zich het doel geworden. Meer mensen wil zeggen meer consumptie en lagere lonen en dat is interessant voor leiders en ondernemers die gericht zijn op groei. We moeten het groeimodel loslaten en vervangen door een duurzamer en socialer model.

Nauw verbonden met de groeiverslaving is de vrees voor vergrijzing. Deze visie rond de vergrijzing is vooral een manier om mensen te overtuigen dat verdere groei noodzakelijk is. Bevolkingskrimp is een uitdaging voor de maatschappij, maar één die we mits enkele aanpassingen aan ons sociaal en economisch systeem immers de baas kunnen. Door over te schakelen naar een pensioenensysteem waar elke generatie haar eigen pensioenen betaald kunnen we het ‘pensioenensysteem’ aanpassen.

Reproductieve vrijheid

Kinderen krijgen is een mensenrecht. In artikel 16 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens wordt gesteld dat mannen en vrouwen het recht hebben te huwen en een gezin te stichten. Indien dit recht echter zonder beperkingen wordt uitgeoefend, kan het gevolg zijn dat andere mensenrechten door overbevolking worden geschonden. Een totale fertiliteit van maximum 2.1 kinderen per vrouw is een mooi compromis tussen individuele vrijheid en het tegemoetkomen aan de noden van onze planeet. Bewustmaking daarrond doe je op plaatsen waar mensen samenkomen, via onderwijs, opiniemakers en communicatiecampagnes. In elke campagne rond gezinsplanning worden kleinere gezinnen gepromoot via affiches en mediaberichten, allemaal niet veel verschillend van de ‘meer consumeren’ reclame waaraan we worden blootgesteld. Door mensen te informeren over het onderwerp kunnen ze rekening houden met de ecologische en ethische gevolgen van hun kinderwens.

Godsdienst, politiek en cultuur

De drie grote monotheïstische godsdiensten (christendom, islam en jodendom) hebben sinds hun ontstaan veel invloed gehad op het voortplantingsgedrag van hun onderdanen en vandaag vormen ze nog altijd een belangrijke weerstand tegen gezinsplanning en bewustmaking, zowel in ontwikkelingslanden als in welvarende landen. Daarnaast zijn er ook nog culturele en politieke invloeden. Niet elke religieuze of politieke stroming en niet elke cultuur staat achter het gebruik van anticonceptie. Anticonceptie kan daarom ontoegankelijk of onbetaalbaar zijn. Daardoor ervaren vrouwen (en mannen), die hun kinderwens wensen te beperken, moeilijkheden om zelf te beslissen wanneer ze zwanger willen zijn.

Migratie

Migratie is er altijd al geweest, en maakt deel uit van onze menselijke geschiedenis. Er zijn veel redenen om te migreren; ze variëren van veiligheid, demografie en mensenrechten tot armoede en klimaatverandering. De overheid heeft de taak om migratiestromen goed te beheren zodoende de veiligheid van alle mensen te garanderen. Het huidige Belgische migratiebeleid maakt een onderscheid tussen reguliere en irreguliere migratie. Voor een lang verblijf zijn er drie legale manieren mogelijk: migratie, bescherming of regularisatie. Mensen die bescherming aanvragen in België (irreguliere migratie) doen dit via de asielprocedure, waarin wordt onderzocht of de asielzoeker als vluchteling kan erkend worden.

Migratie is ongetwijfeld een erg complex thema en zal in de toekomst, denk aan klimaatvluchtelingen, een uitdaging worden. Het is mogelijk dat in de toekomst binnenlandse migratie zal moeten plaatsvinden, of tussen buurlanden, door de stijgende zeespiegelstijging. De oppervlakte van verschillende landen zal verkleinen.

“Het idee dat bevolkingsgroei een beter leven garandeert, financieel of op een andere manier, is een mythe die enkel de verkopers van luiers, kinderwagens en gelijkaardig mogen geloven.”

Kofi Annan (1938-2018)

Het taboe doorbreken…

De taboe rond overbevolking is niets nieuws. De laatste keer dat het onderwerp wat aandacht kreeg was tussen de jaren ’50 en 70′. Bekende wetenschappers en zelfs politici spraken zich uit over het onderwerp en waarschuwde over de mogelijke gevolgen. Het werd zelfs aangepakt door de Verenigde Naties (VN): in 1954 hielden ze hun eerste bevolkingsconferentie en in 1969 werd het bevolkingsfonds van de VN (UNFPA) opgericht.

Maar die aandacht bleef niet duren. De ontwikkeling van de industriële landbouw voorkwam massale hongersnood en andere technologische ontwikkelingen konden de enorme schade ‘camoufleren’. De vruchtbaarheid daalde overal snel waardoor mensen dachten dat het probleem achter de rug was. Ook de religieuze en conservatieve groepen (en zelfs de feministen) begonnen zich in te mengen en probeerden gezinsplanning zo veel mogelijk tegen te werken. De aandacht werd door de arme landen steeds meer gezien als een nieuwe vorm van kolonialisme en zelfs een vorm van racisme. Het onderwerp werd een mijnenveld: als je het bespreekbaar wilde maken was je ofwel een racist, vrouwenhater, technologiehater, doemdenker of – in het beste geval – een naiëve idealist.

Daarbij verschoof de aandacht naar problemen die veel aantrekkelijkere oplossingen boden. Doordat het thema van overbevolking gereduceerd werd tot een technologisch probleem en een probleem van overconsumptie werden economische ontwikkeling en ‘bewuster consumeren’ gezien als een oplossing. Een gebrek aan natuurruimte werd bijvoorbeeld de fout van een te hoge vleesconsumptie en inefficiënte koeien, niet meer van te veel vleesetende mensen. Maar misschien onderschat men de gevolgen op de levenskwaliteit?